SV | En op uw zwaard zult gij leven, en zult uw broeder dienen; doch het zal geschieden, als gij heersen zult, dan zult gij zijn juk van uw hals afrukken. |
WLC | וְעַל־חַרְבְּךָ֣ תִֽחְיֶ֔ה וְאֶת־אָחִ֖יךָ תַּעֲבֹ֑ד וְהָיָה֙ כַּאֲשֶׁ֣ר תָּרִ֔יד וּפָרַקְתָּ֥ עֻלֹּ֖ו מֵעַ֥ל צַוָּארֶֽךָ׃ |
Trans. | wə‘al-ḥarəbəḵā ṯiḥəyeh wə’eṯ-’āḥîḵā ta‘ăḇōḏ wəhāyâ ka’ăšer tārîḏ ûfāraqətā ‘ullwō mē‘al ṣaûā’reḵā: |
En op uw zwaard zult gij leven, en zult uw broeder dienen; doch het zal geschieden, als gij heersen zult, dan zult gij zijn juk van uw hals afrukken.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En op uw zwaard zult gij leven, en zult uw broeder dienen; doch het zal geschieden, als gij heersen zult, dan zult gij zijn juk van uw hals afrukken.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!